Mia Goovaerts (°1937) schildert een realiteit die wij herkennen, maar die wij zelf niet altijd zien. Ze nodigt met haar de wereld mee te maken waarvan ze zegt: de dingen zoals dit en dit is mooi. Ze heeft een gevoelsresonantie voor het schone en probeert die vast te houden in het object of het gebeuren dat voorbijschuift. Dit drijft haar tot voortdurende reflectie, bij het wakker worden, het lopen, het wonen, het leven. Haar schilderen is een soort visuele vertaling daarvan. Zij is getroffen door kinderen, door de menselijkheid van mensen, door het cyclische wonder van de natuur.
Haar schilderijen zijn haarzelf, haar wereld waarin ze zich ongestoord terugtrekt om te denken over hoop en wensen, pijn en geluk, harmonie en gave schoonheid. Ze heeft een vitale band met wat ze maakt: 'als er geen relatie is met wat je maakt, dan schilder je een leegte; als ik er niet zou van houden is elke stap betwistbaar'. Zij benadert wezens en dingen langs een bezielende eenwording ermee. Ze schept afstand als een zuiverder toegang, oppervlakte als breder concentratie op een dieper diepste. Dat doet ze in een beeldspraak, direct als metaforen die zich traploos vereenzelvigen met het inwendig zien die in verrassende tegenstellingen beletten slaapwandelend voorbij te lopen.
Dominique Baston, 'Buitenstebinnen', Edicon